Het confrontatietheater Kiezpijn, een initiatief van stichting me & society, is ruim 150 keer op Rotterdamse (V)MBO-scholen opgevoerd, telkens voor klassen met circa 25 leerlingen. Tijdens de voorstellingen vertellen acteurs verhalen van jongeren die klem zijn komen te zitten tussen hun traditionele opvoeding en hun ervaringen in de huidige samenleving. Dit zijn samengestelde verhalen, allemaal gebaseerd op waargebeurde gebeurtenissen. De leerlingen gaan hierover vervolgens in gesprek.
We nemen u graag mee in de indrukwekkende verhalen en de dialogen die tot stand komen.
Kharim wil niet gymmen
Gymleraar Harm ziet op het absentieschema op school opnieuw Kharim’s naam. Hij is nu al drie weken niet in de gymzaal geweest. En dat voor een jongen van 16 jaar met zoveel sportief talent dat hij zomaar profvoetballer zou kunnen worden. Op de gang komt Harm Kharim tegen. ‘Kom vanmiddag even langs, Kharim, we moeten praten’, zegt hij.
‘Hoe is het mogelijk dat iemand als jij, die altijd wil sporten, drie wekenachter elkaar niet naar de gymles komt?’
‘Ja, weet u, problemen met de achillespees’, mompelt Kharim.
‘Kun je dan wel voetballen met een geblesseerde achillespees?’, vraagt Harm. Hij zag hem immers bijna dagelijks wel een balletje trappen tijdens de pauzes.
‘Ja, weet u, het ligt allemaal een beetje moeilijk’, zei Kharim.
‘Voor de draad ermee, Kharim’, zei Harm gedecideerd. ‘Hier is meer aan de hand.’
‘Mijn vader heeft een vrouw voor mij gevonden en hij vindt dat ik haar moet trouwen omdat haar vader een bakkerszaak heeft. Haar vader heeft geen opvolger voor in de zaak en nu wil hij dat de man van zijn dochter in de zaak komt. Mijn vader is er van overtuigd dat dit voor mij een prima toekomst is’, vertelt Kharim.
‘Dan kan je toch nog wel sporten?’, vraagt Harm.
‘Ja, weet u, ik wil helemaal niet met dat meisje trouwen. Ik ken haar niet.
En ik wil al helemaal niet in een bakkerszaak werken. Dat heb ik mijn vader verteld en die werd woest. Hij trok zijn riem uit zijn broek en heeft me in elkaar geslagen. Als ik nu niet meewerk, krijg ik net zo lang slaag tot ik het wel doe. Mijn rug ligt open en ik wil niet dat mijn matties in de klas mijn wonden zien. Daarom kan ik mij niet verkleden in de kleedkamer en kom ik dus niet sporten.’
‘Hoe lang speelt dit nu al?’, vraagt Harm.
‘Paar weekjes’, zegt Kharim.
‘Mag ik je vader eens uitnodigen op school? Dan kan hij eens met een schoolmaatschappelijk werker praten’, vraagt Harm.
‘Doet ie toch niet, maar probeer het maar’, zegt Kharim.
Twee weken later is de vader van Kharim toch op school. De schoolmaatschappelijkwerker gaat met hem in gesprek. Zij legt hem uit wat voor mogelijkheden Kharim, met een uitstekend rapport, heeft in de toekomst.
Dit gebeurde vijf jaar geleden. Inmiddels is Kharim gymleraar, is hij getrouwd met een Nederlandse vrouw en is Kharim’s vader een trotse grootvader. De bakkerszaak van de vader van het meisje dat Kharim moest
trouwen, wordt gerund door het meisje zelf.
Kruistocht in spijkerbroek?
Gertrude (16) kwam elke ochtend met de bus uit Ridderkerk naar Rotterdam. Zij zat op het Zadkine College waar ze de opleiding voor Gezondheidszorg Welzijn & Sport volgde. Zij droeg altijd een lange rok en een hoed.
Haar kleding was kuis, zoals dat in Ridderkerk in de gereformeerde gemeente gewenst is. Gertrude ging nooit naar feesten van school, sprak nauwelijks met medeleerlingen en was nogal een muurbloempje. Ze moest op zondag twee keer naar de kerk en lange tijd was de zondagsschool verplichte kost. Verder moest ze helpen in de huishouding,
wat in een gezin met vader, moeder en zes broers best een opgave was. Meestal betekende dit dat ze op zaterdag vooral met de was bezig was, terwijl haar medeleerlingen lekker naar hun sportclub konden en ’s avonds uit gingen.
Op haar 18de haalde ze haar diploma en schreef zij zich in voor een HBO-opleiding in de zorg. De opleiding werd in Rotterdam gegeven en ze besloot dat het tijd was om op kamers te gaan. Ze was immers volwassen en kon dus het huis uit. Daar waren haar ouders het niet mee eens. Maar ze leende maximaal studiefinanciering en kon zichzelf daarmee bedruipen. Bovendien kon ze een baantje in de thuiszorg krijgen, waardoor ze het financieel niet eens zo slecht had.
Vooral moeder had grote moeite met het idee dat Gertrude alleen ging wonen in de grote stad. Zij kwam zelf nauwelijks buiten Ridderkerk. En Rotterdam was overdag nog te overzien, maar wat als haar dochter daar ’s avonds over straat moest? Door tegen haar ouders in te gaan, leek het er dan ook op dat Gertrude thuis niet langer welkom zou zijn. Zeker haar vader had geen goed woord over voor haar actie. Gertrude nam het zekere voor het onzekere en besloot enkele maanden geen contact te hebben met haar ouders. Omdat ze wist dat zij niet aan social media deden en haar moeder zelfs geen mobiele telefoon had, besloot ze na een paar maanden een brief te schrijven. Hierin legde ze uit hoe haar leven een nieuwe wending had gekregen en dat in die wending wel plaats was voor God, maar voor een andere leer dan zij van huis uit had meegekregen. Tot slot vroeg zij in haar brief of zij welkom zou zijn als ze binnenkort een keer op bezoek zou komen.
Na twee weken ontving zij een brief van haar moeder terug. De moeder was blij met de brief, schreef dat ze er moeite mee had dat Gertrude een andere leer aanhing, maar dat ze dat kon respecteren. Ook schreef ze dat haar vader er meer moeite mee had. Een eerste bezoek zou dan ook beter ’s ochtends kunnen plaatsvinden. Vader zou dan naar zijn werk zijn.
En zo belde Gertrude op een dinsdagochtend bij haar moeder aan. De deur ging open en meteen weer dicht. Moeder had één blik geslagen op de spijkerbroek die Gertrude droeg en schrok zich net iets meer dan een hoedje. Een tel later ging de deur weer open en liet moeder Gertrude binnen. Ze had zichzelf overwonnen en deed haar best Gertrude te verwelkomen.
In de trein terug naar haar kamer bedacht Gertrude dat zij nog een kruistocht in spijkerbroek te gaan had voordat de relatie met haar moeder, en laat staan die met haar vader, hersteld zou zijn.
Waargebeurde verhalen
De theatervoorstelling Kiezpijn van stichting me & society beoogt iets los te maken bij jongeren. Door leerlingen te confronteren met waargebeurde verhalen over mensen die eigen keuzen maken of in het proces zitten die andere keuzen te leren maken, wil me & society onderwerpen aan de orde stellen die in diverse culturen als taboe gelden. Denk daarbij aan huwelijksdwang, eerwraak, homoseksualiteit, uitsluiting, pesten, abortus en seks voor het huwelijk. Het gaat me & society er niet om jongeren op andere gedachten te brengen. Maar wel om over dergelijke onderwerpen na te denken. Wat daaruit als opvatting volgt, is aan de jongeren zelf.
Vanzelfsprekend heeft dit zijn beperkingen. Niemand zal het toejuichen dat een jongere vindt dat een homoseksueel mag worden geslagen. Maar als een jongere kiest voor traditionele patronen zoals hij of zij die in zijn of haar opvoeding heeft meegekregen, dan is dit binnen de kaders van Nederlandse wet te respecteren.
Door met elkaar in gesprek te gaan, kweek je onderling begrip en respect. Als we dat in kleine gemeenschappen voor elkaar krijgen, dan maken we de wereld stukje bij beetje beter. Naarmate we dit in meer gemeenschappen in gang kunnen zetten, wordt ‘stukje bij beetje’ steeds iets groter. En dat is precies waar we me & society voor hebben opgericht.