Skip to main content

Ondanks dat we het inmiddels gewend zijn om veel online te doen, is het geven van een online les soms best een uitdaging. Vooral als dit gaat om een taalles aan iemand die de taal nog niet voldoende beheerst. We geven je graag wat tips die je op weg kunnen helpen. Ook delen we het ABCD model met je. Dit model kan je helpen een les goed voor te bereiden.

Tip 1 Fouten maken kan gebeuren

  • Stel de eerste lessen minder hoge eisen aan jezelf en aan je cursisten.
  • Begin makkelijk.
  • Oefening baart kunst.
  • Probeer de humor in te zien van “grappige” technische storingen.
  • Wanneer zich een probleem voordoet, leg dan rustig uit aan je cursisten wat je aan het doen bent. Zij kunnen
    dit immers niet zien van achter hun laptop!

Tip 2 Geef de normale structuur aan de lessen

  • Houd je zoveel mogelijk aan de afgesproken tijden.
  • Houd je aan dezelfde regels.
  • Houd je aan het bestaande lesmateriaal (ABCD-model). Zie bijlage.
  • Houd vast aan de normale lesopzet (VUT-model). Zie bijlage.

Tip 3 Een goede voorbereiding is…

  • Zet alles binnen handbereik op je beeldscherm.
  • Zorg voor een rustige achtergrond en goed licht.
  • Zet notificaties/telefoon etc. uit.
  • Maak een programma en deel dit met de cursist.
  • Denk goed na over je instructie.
  • Bereid wat extra opdrachten voor.

Tip 4 Zorg voor afwisseling

  • De meeste werkvormen kun je ook online inzetten.
  • Zoek ideeën online en vraag of deel met collega’s.
  • Denk ook aan energizers, Bijvoorbeeld taalspelletjes als:
    • Rijmwoorden bedenken.
    • Woordweb maken, bijv. gezondheid, huisarts, medicijn, recept, bijsluiter, etc.
    • Woordketting maken: laatste letter is de eerste letter van het volgende woord.
    • Zinnen bedenken bij een verbindingswoord: want, omdat, maar, etc.
  • Vergeet de terugblik niet aan het eind van de les.

Tip 5 Draag zorg voor de binding en houd de motivatie vast

  • Eerste 5 minuten welkom heten, babbelen.
  • Humor en energizers werken goed als bindmiddel.
  • Geef complimenten.
  • Geef structuur aan.
  • Bereid je goed voor.
  • Zorg voor afwisseling in de les.

Het ABCD model

Als je eigen materiaal gebruikt, probeer zoveel mogelijk op te letten dat de boeken volgens dit model zijn opgezet, vooral bij grammaticalessen. Voorbeelden van boeken die dit model volgen zijn: Van Start en Taalcompleet.

Het ABCD-model geeft een logische opbouw van oefeningen: van receptief naar productief, en van gestuurde productie naar vrije productie. De A-, B-, en C-oefeningen zijn de bouwstenen voor de
D-oefeningen. Een D-oefening is de laatste voorbereiding op een praktijksituatie buiten de klas.

A. Aanbod en uitleg van nieuwe woorden/taak/opdracht
Oefeningen ter ondersteuning en controle van begrip. Voorbeelden:

  • Meerkeuzevragen.
  • Waar of niet waar.
  • Matching: het bij elkaar zoeken van halve zinnen, woord en plaatje, vraag en antwoord, woord
    en omschrijving.
  • Zinnen in de goede volgorde zetten.

B. Inslijpen
Oefeningen waarbij de aangeboden woorden meerdere keren langskomen verschillende contexten. Voorbeelden:

  • Invuloefeningen.
  • Oefen op hoog tempo de basisgrammatica bijv. snelle spreekoefeningen met snelle vraag en
    antwoord.
  • Structuuroefeningen.
  • Gatenteksten invullen.

C. Gestuurde productie
Oefeningen gericht op mondelinge en schriftelijke communicatie, waarbij groot deel van de inhoud en de structuur vooraf gegeven is. Voorbeelden:

  • Dialoog voeren waarbij het verloop van het gesprek bekend is.
  • Briefje schrijven aan de hand van een voorbeeld en instructies.
  • Dialoog voeren, waarbij het begin, een paar trefwoorden en uitdrukkingen gegeven zijn.

D. Vrije productie
Oefeningen ais voorbereiding op praktijksituaties. Voorbeelden:

  • Rollenspelen.
  • Discussiëren.
  • Invullen van een formulier.
  • Schrijven van een sollicitatiebrief.